
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 51
1
Indien de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen dusdanig is teruggebracht dat het verantwoord is hem bij wijze van proef in de maatschappij te doen terugkeren, kan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden, met machtiging van Onze Minister, de ter beschikking gestelde proefverlof verlenen.
2
Artikel 50, tweede lid, eerste en tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. De bijzondere voorwaarden kunnen inhouden dat de ter beschikking gestelde zich voor het verkrijgen van hulp en steun wendt tot een in de machtiging van Onze Minister aangewezen instelling, die aan bepaalde, bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen, voldoet.
3
De ter beschikking gestelde aan wie proefverlof is verleend, geniet, behoudens de verplichtingen die voortvloeien uit hem opgelegde voorwaarden, vrijheid van beweging. Artikel 50, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met betrekking tot het verlof en het proefverlof nadere regels gesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.